We zijn nu bijna vier jaar bezig en inmiddels heeft het college over zijn eigen schaduw een dubbele achterwaartse salto gemaakt en is teruggekeerd bij af.
De raad vroeg in motie M23-136 om een compacte en kernachtige Omgevingsvisie, waarbij voorbeelden worden gegeven van duidelijke, toetsbare normen en doelen en hoe tot verdere uitwerking kan worden gekomen. Het college wil echter een toekomstvisie met inhoudelijke keuzes vooruitschuiven naar nog nader uit te werken programma’s en gebiedsagenda’s, waarbij de Omgevingsvisie zelf slechts als basis en werkwijze dient, zonder kernachtige kaders en doelen (op één na: over de wens 6000 woningen te bouwen is het college wel duidelijk).
Als we het voorstel van het college volgen krijgen we dus een Omgevingsvisie zonder integrale keuzes, zonder kaders, zonder visie. De economie krimpt volgens recent onderzoek van de RABO-bank de komende jaren met 0 tot -0,5 procent. De vraagraming van Plabeka voor 2040 gaat uit van een kantoorbehoefte in de Regio van 0 m2 bij een gematigde groei. De natuurlijke bevolkingsaanwas van Hilversum was de afgelopen jaren zeer gering; de groei van de bevolking wordt vrijwel volledig bepaald door de instroom.
Waarom dan streven naar een buitensporige groei met 14%? Aan hoeveel nieuwe inwoners kan Hilversum ruimte bieden zonder de balans met andere ruimtevragende functies te verstoren? Op die kernvraag moet de Omgevingsvisie nou juist een antwoord geven!
Ook met kaders voor belangrijke zaken als een openbaar groennorm en maximale bouwhoogtes gaat het college in tegen de wens van de inwoners, zo bleek uit een uitstekende brief en inspraakbijdrage van HOP2040. Democraten Hilversum is van mening dat niet alleen de visueel-ruimtelijke kwaliteit van Hilversum in het geding is, maar dat ook een visie op de kwaliteit van het woonmilieu ontbreekt. Door te bouwen in hoge dichtheden, zoals tot nu toe op alle ontwikkellocaties het plan is, worden sociale problemen ingebouwd. Waar de tuinstad een leefomgeving vormde waar mensen gelukkig konden wonen, zetten straks gebrek aan ruimte, hinder en ergernis de toon.
De Omgevingsvisie mag niet voorbijgaan aan de kwaliteit van het woonmilieu voor de komende gereraties. Het is zaak om bij toekomstige bevolkingsgroei een goede balans te bewaren en bewaken tussen wonen, werken, recreatie, voorzieningen en bereikbaarheid. Wanneer een van deze functies zich te ver ontwikkelt kunnen de andere functies in de knel komen.
Waar ligt het maximum, het kantelpunt tot waar de stad nog in balans is. Met andere woorden, wat is het laadvermogen. Welke grenzen zijn er aan de groei. Daar moet de Omgevingsvisie nou juist een antwoord op geven, maar zo ver is het helaas nog lang niet.